Het is dag één na de heropening van de praktijk.

Het is dag één na de heropening van de praktijk.

“Hoe ist?” vraag ik terwijl ze behoedzaam op de stoel tegenover me gaat zitten. Marieke’s schouders hangen en ze oogt vermoeid en moedeloos.

“Dit is al de vijfde dag achter elkaar dat ik hoofdpijn heb.” Ze mijdt mijn blik, in een poging de tranen binnen te houden. “Ik heb ook al een week lang niet gehaakt. Nou, dat is niks voor mij, ik ben altijd bezig met haken.”

Afgelopen najaar waren we zo mooi op de goede weg: na een aantal behandelingen had ze nog maar weinig hoofdpijn en rugpijn en kon ze haar werk in de zorg beter volhouden. Maar een onderbreking van haar behandeltraject van 11 weken lang heeft ervoor gezorgd dat ze terug is bij het beginpunt. Ik kijk naar haar in stilte, want ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. Er valt ook niet veel meer te bespreken. Het gaat gewoon slecht met Marieke. We kunnen overnieuw beginnen.

Met een zucht sta ik op van de stoel en loop richting behandeltafel. Mijn voeten voelen zwaar, dat zal de moed wel zijn. “We gaan direct aan de slag. Want er is veel te doen.”

helicopter.jpg

De machteloosheid en frustratie die ik op dat moment voelde, wordt ook ervaren door mijn Almeerse collega Maarten. Hij omschrijft hoe een patiënte van hem, verpleegkundige, tijdens de sluiting van de praktijk haar onderrugklachten voelt oplaaien. Maarten mag haar niet helpen. Hij stuurt haar naar een fysiotherapeut, helaas zonder resultaat. Twee weken geleden kon Maarten haar weer in de praktijk ontvangen, en hij trof een verpleegkundige aan die al geruime tijd niet meer kon werken omdat de pijn niet vol te houden was. Hoe lang voordat ze terug is op haar oude niveau? Dat weet Maarten niet, maar hij verwacht er nog wel een tijdje mee bezig te zijn.

Ook mijn Brabantse collega Tanja legt mij een schrijnend voorbeeld voor: een drie jarig jongetje wiens nek zo pijnlijk was geworden dat hij niet meer plat wilde liggen in zijn bedje. Hij sliep zittend, totdat hij eindelijk weer naar zijn geliefde chiropractor toe mocht.

Ja. Dat dus.

Waar ik die eerste ochtend met een kinderlijk enthousiasme de deuren van de praktijk had geopend, sloeg dat na enkele consulten volledig om tot een dieptepunt. We zijn nu twee weken verder en de tranen hebben regelmatig achter mijn ogen gebrand. Als chiropractoren hebben we ooit een eed afgelegd waarin we hebben beloofd onze patiënten ten allen tijde de beste zorg te leveren. Dat ons de mogelijkheid om dit te doen wordt afgenomen omdat we niet regulier genoeg zijn en vervolgens later geconfronteerd te worden met de opgebouwde ellende, is zwaar. Dat snijdt in je ziel, raakt je in je hart en het maakt je voeten zwaar.

Vorige
Vorige

Een ode aan de praktijkassistente

Volgende
Volgende

Doorzetters